Het Wenceslausplein Tsjechisch: Václavské náměstí is een plein of eigenlijk meer een boulevard in het centrum van de Tsjechische hoofdstad Praag. Sinds 1848 is het plein vernoemd naar de heilige Wenceslaus. Het plein werd oorspronkelijk gecreerd om plaats te bieden aan een paardenmarkt. Met een lengte van 750 meter behoort het Wenceslausplein tot de grootste in Europa. Op dit plein vond in 1989 de Fluwelen Revolutie plaats, Deze revolutie betekende tevens het einde van het communistische tijdperk.
Met afmetingen van 750 bij 60 meter is het Wenceslausplein meer een boulevard dan een plein. Het plein loopt van het noordoosten naar het zuidwesten langzaam omhoog. Aan de zuidoostzijde is het Nationaal Museum gevestigd. Voor het museum staat een standbeeld van de heilige Wenceslaus te paard. Aan de andere kant van het plein staat de Maria Sneeuwkerk.
Lijn A van de metro van Praag loopt onder het Wenceslausplein door. De twee drukste metrostations van de stad, Muzeum en Můstek, liggen aan het plein. Op het plein bevindt zich ook de plaquette ter nagedachtenis van Jan Palach, de student die zich in 1969 op het plein in brand stak uit protest tegen het gebrek aan democratie in het destijds communistische Tsjechië.
Wenceslaus Wenceslaus de Heilige circa. 905 – Stará Boleslav 28 september 929 of 935) was hertog van Bohemen en is een heilige van de Katholieke Kerk.
Hij werd in 903, 908 of 910 (het precieze jaar is niet bekend) geboren als zoon van Vratislav I van Bohemen. Zijn grootmoeder, de Heilige Ludmilla, voedde hem Christelijk op. Na de dood van Wenceslaus' vader werd zijn heidense moeder Drahomíra regentes van het hertogdom. Zij voerde een antichristelijk bewind. Het Boheemse volk smeekte Wenceslaus de macht over te nemen. Dat deed hij omstreeks 925 en plaatste het hertogdom onder de protectie van het Duitse Rijk. Op zijn gezag vierde de Kerk in Bohemen de liturgie niet langer in het Byzantijns, maar in het Latijns. Wenceslaus was een vroom en deugdzaam man. Zijn liefde voor de eucharistie scheen legendarisch te zijn: het verhaal ging dat hijzelf de tarwe voor hosties zaaide en de druiven voor de miswijn zelf perste. Wenceslaus had de gelofte van maagdelijkheid afgelegd.
In een samenzwering van zijn moeder en zijn broer Boleslav werd hij vermoord op 28 september 935. Zijn lichaam werd in stukken gehakt en begraven op de plaats van de moord. Zijn broer volgde hem op als Boleslav I maar kreeg berouw over zijn misdaad, trok het boetekleed aan en gaf bevel de relieken van zijn broer over te brengen naar de Sint-Vituskerk in Praag.
Wenceslaus wordt nog altijd gezien als de beschermheilige van de Bohemen en van Tsjechië. Hij wordt herdacht nog altijd jaarlijks herdacht op 28 september. Fluwelen revolutie Met de fluwelen revolutie wordt de politieke omwenteling aangeduid die zich in Tsjecho-Slowakije heeft voltrokken in het najaar van 1989. Wat vindt ik dat persoonlijk leuk om te weten dat zo ongeveer rond mijn geboorte Tsjechië zelfstandig werd. Hierbij werd het communistische regime omver geworpen zonder dat daar een militair acties aan te pas kwamen. Deze revolutie vond plaats door onder andere de val van de Berlijnse Muur en de verkiezing van de niet-communistische Tadeusz Mazowiecki tot premier van Polen. Het feit dat deze revolutie zich geweldloos voltrokken heeft, was te danken aan de weigering van de Sovjetleider Michael Gorbatsjov om troepen naar Praag te sturen.
Op 17 november 1989 hielden 15.000 studenten een vreedzame herdenkingsmars in Praag voor Jan Opletal. Opletal werd op 28 oktober 1939 door de nazi’s neergeschoten tijdens een studentendemonstratie tegen de Duitse bezetting en overleed enkele weken later. Hij werd zo het symbool voor latere studentenopstanden.
Tijdens deze mars werden ze tegengehouden door de oproerpolitie, en afgeranseld met wapenstokken, ondanks het feit dat ze hun vreedzame bedoelingen kenbaar hadden gemaakt. Er kwam protest tegen dit machtsvertoon van de politie, waarbij vooral een dialoog met de communistische partij geëist werd over democratie, vrijheid en mensenrechten. Op 20 november 1989 kwamen de studenten weer massaal op straat. Het Burgerforum werd opgericht door schrijver Václav Havel en de econoom Václav Klaus, die de bedoeling had het protest te organiseren. Stakingscomités werden opgericht in fabrieken, ziekenhuizen, kantoren en scholen. Demonstraties bleven dan ook niet uit, maar werden wel netjes gehouden na de werkdag.
Op 24 november 1989 hielden Alexander Dubček (die het land al in 1968 tijdens de Praagse Lente naar hervormingen wilde leiden), Kardinaal František Tomášek en Václav Havel redevoeringen op het balkon van de Socialistische Partijkrant 'Svobodné Slovo' op het Wenceslausplein. Daarbij werden ze ondersteund door een actie waarbij honderduizenden mensen rinkelenden met hun sleutelbos. Massale betogingen volgden, en er brak een algemene staking uit, die het land platlegde. Onder deze druk bezweek de regering en gesprekken begonnen tussen de eerste minister Ladislav Adamec en het Burgerforum. De gesprekken leidden tot een nieuwe regering die op 10 december door president Gustáv Husák (reeds aan de macht sinds het einde van de Praagse Lente in 1968) benoemd werd. Dezelfde dag nog diende Husák zijn ontslag in, en op 29 december werd Havel door het parlement verkozen tot de nieuwe president van Tsjecho-Slowakije tijdens een ceremonie, die plaats had in de Kroningszaal in de Praagse Burcht.
De Fluwelen Revolutie was ten einde. Op de daaropvolgende verkiezingen in juni 1990 kreeg het Burgerforum officieel het vertrouwen van het volk.
Nationaal Museum Het Nationaal Museum Tsjechisch: Národní muzeum is het belangrijkste en bekendste museum van Tsjechië. Het hoofdgebouw staat aan het Wenceslausplein in de Nieuwe Stad van Praag. De oprichting vond plaats in het jaar 1818 door Kaspar Maria von Sternberg met medewerking van František Palacký. Tegenwoordig heeft het Nationaal Museum een collectie van 14 miljoen objecten, verdeeld over tientallen gebouwen.
Het museum werd op 15 april 1818, als Vlastenecké muzeum v Čechách Wat in het Nederlands Nationaal Museum in Bohemen betekend opgericht. In 1848 werd deze naam veranderd in České muzeum wat in het Nederlands betekend Tsjechisch Museum en in 1854 ging het Muzeum Království českého wat in het Nederlands betekend Museum van het koninkrijk Bohemen heten.
Het hoofdgebouw aan het Wenceslausplein, is ontworpen door de Tsjechische architect Josef Schulz. De bouw vond plaats van 1885 tot 1891. Voor die tijd had het museum haar onderkomen steeds tijdelijk in verschillende paleizen gehad. Nu er een permanent gebouw was, werd het doel van het museum het verzamelen van nieuwe materialen. Eerst was het doel het bewaren van de huidige collectie.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het gebouw vernietigd in een bombardement, maar de collecties waren bewaard gebleven doordat deze tijdelijk waren verplaatst naar andere opslagruimten. Het museum heropende zijn deuren na intensieve herstelwerkzaamheden in het jaar 1947.
Tijdens de Praagse Lente in 1968 werd de voorgevel ernstig beschadigd. De schietgaten die werden veroorzaakt werden gerepareerd in de jaren 1970 tot 1972, maar bleven zichtbaar, doordat de restaurateurs een lichtere vorm van zandsteen gebruikten. Het hoofdgebouw raakte ook beschadigd tijdens de bouw van de metro van Praag in 1972 en 1978.
De collectie bestaat uit verschillende soorten objecten en thema's te weten:
Prehistorie
Archeologie
Etnografie
Munten
Theater
Maria Sneeuwkerk De Maria Sneeuwkerk oftewel in het Tsjechisch: Kostel Panny Marie Sněžné is de kerk aan het Wenceslausplein, een kerk geheel gebouwd in gotische stijl.
Nog voordat het Wenceslausplein werd aangelegd stond er op de locatie van de huidige kerk al een karmelietenklooster. De eerste steen werd door Karel IV in september 1347 gelegd als aandenken aan zijn kroning tot koning een jaar eerder. De naam van dit klooster was het Maria Sneeuwklooster Klášter Panny Marie Sněžné en die naam draagt het gebouw dus nog steeds. In 1379 is waarschijnlijk begonnen aan de bouw van een drieschepige basiliek, die met een geplande lengte van meer dan 100 meter zelfs de Sint-Vituskathedraal overtroffen zou hebben. Tot 1397 werd echter alleen het priesterkoor voltooid. De toren, die aan het begin van de 15e eeuw gereed kwam, werd tijdens de Hussitische Oorlogen alweer compleet vernietigd. In diezelfde tijd was de Maria Sneeuwkerk een centrum van de radicale aanhangers van de hussieten. Nadat de kerk in de 16e eeuw verviel en de gewelven instortten, herbouwden de franciscanen aan het begin van de 17e eeuw de Maria Sneuwkerk helemaal opnieuw in renaissancestijl.
Jan Palach Jan Palach leefde van 11 augustus 1948 tot en met 19 januari 1969 en was een Tsjecho-Slowaakse student die zichzelf op 16 januari 1969 in Praag in brand stak uit protest tegen de bezetting van Tsjecho-Slowakije door de Warschaupacttroepen. Hij deed dit als antwoord op de Praagse Lente van 1968 en vanwege het gebrek aan democratie in Tsjecho-Slowakije.
Nadat Palach zichzelf in brand had gestoken werd hij naar een ziekenhuis afgevoerd met ernstige brandwonden (hij was voor85 procent verbrand) en overleed er drie dagen later. Nog op de dag van zijn dood, 19 januari, trokken 200.000 mensen naar het Wenceslausplein om hem te herdenken. Op 24 januari, de dag van zijn begrafenis, werd er in heel het land officieus 1 minuut stilte gehouden. Ruim 10.000 burgers woonden zijn uitvaart bij.
Palach probeerde met zijn actie een statement te maken tegen het communistische regime onder leiding van Stallin van die tijd. Hij had van tevoren brieven geschreven naar de regering waarin hij onder andere opheffing van censuur en propaganda eiste. Hij sprak namens een groep mensen die bereid waren zichzelf op te offeren voor hun eisen. Als grote voorbeeld had hij Jan Hus een kerkhervormer. Palach wilde 'de waarheid laten zegevieren' en dacht dit te bereiken door zichzelf in brand te steken. Nadat hij deze brieven geschreven had ging hij naar het Wenceslausplein en stak zichzelf in brand.
De regering was gecharmeerd van de actie van Palach en verdraaide de reden van de zelfverbranding. Ook zijn er verdenkingen dat de regering een einde aan het leven van de zwaargewonde Palach zou hebben gemaakt. Dit is nooit bewezen.
Palach ligt begraven op de Olšany-begraafplaats in Praag. De begrafenis liep uit op een grote demonstratie tegen de bezetting. Een maand later (op 25 februari 1969) stak een andere student, Jan Zajíc zichzelf ook in brand op het Wenceslauplein. Uiteindelijk bleken Palach en Zajic één van de in totaal tien personen die zichzelf in brand staken uit protest tegen de manier van regeren in het land. Palach is om dat hij zichzelf als eerste in brand stak het bekendst geworden.
Comentarios